• Meldprotocol

  • Meldprotocol (seksueel) grensoverschrijdend gedrag

    Dit protocol beschrijft hoe je moet handelen bij situaties waarin sprake is van of een vermoeden is over grensoverschrijdend gedrag. Het protocol biedt professionele ondersteuning aan de melder/degenen die naar het protocol handelen, aan het vermoedelijke slachtoffer en aan degene die beschuldigd wordt. Het protocol geeft ook een verplichting: te handelen op de vastgelegde manier die door de eventuele behandelaar wordt voorgeschreven.

    Het protocol heeft betrekking op alle mogelijke situaties die in strijd zijn met de THE STARTING FIVE van BC Titans. Het maken van een melding kan leiden tot aangifte bij de politie wanneer er sprake is van een (vermoeden) van een strafbaar feit. Verder kan melding leiden tot (voorlopige) maatregelen ten opzichte van de beschuldigde. Het bestuur is verantwoordelijk om op een zo zorgvuldig mogelijk en objectieve wijze met elke melding om te gaan. Het bestuur zal ook een beroep doen op in- of externe deskundigen. Alle betrokkenen bij BC Titans hebben een taak in het signaleren van (vermoedens van) seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag. Verwacht wordt dat zij niet alleen de grovere vormen serieus nemen, maar ook de zogenaamde „kleinere‟ grensoverschrijdingen. Deze komen het meest voor en zijn vaak een signaal voor een klimaat waarin ernstigere vormen meer kans kunnen krijgen. Wanneer je mildere vormen van grensoverschrijdend gedrag signaleert, verwacht het bestuur van BC Titans dat eenieder de betreffende perso(o)n(en) daarop aanspreekt en corrigerend optreedt.

  • Meldplicht

    Iedereen die seksueel misbruik en/of grensoverschrijdend gedrag vermoedt, of erover hoort, is verplicht dit te melden bij het bestuur of bij de vertrouwenscontactpersoon van de vereniging. Dit kan en mag ook anoniem bij Centrum Veilige Sport Nederland. Wanneer betrokkenen twijfelen over de ernst of het terecht zijn van een vermoeden, geldt een consultatieplicht bij een vertrouwenscontactpersoon die zij om advies kunnen vragen. De meldplicht overstijgt alle andere belangen die in het geding zouden kunnen zijn, zoals de wens tot geheimhouding bij het slachtoffer. Het is niet aan betrokkenen om aan waarheidsvinding te doen, dit kan een eventueel juridisch traject verstoren.

    Let wel: een melding is géén beschuldiging! Na een melding wordt zorgvuldig en objectief onderzocht wat er aan de hand is. Er is oog voor zowel de privacy en belangen van het vermoedelijke slachtoffer als die van de beschuldigde. Het bestuur schakelt (externe) deskundigen in voor verdere overname van de melding.

     

    Zwijgplicht

    Naast de meldplicht geldt een voorlopige zwijgplicht voor het bestuur, de melder en vrijwilliger binnen de vereniging ten opzichte van derden. Natuurlijk kunnen deze betrokkenen zich wel uiten bij de vertrouwenscontactpersoon.

    Een voorlopige zwijgplicht is nodig zodat er niet meer personen bij een zaak worden betrokken dan voor een zorgvuldige behandeling noodzakelijk is. Er moet worden voorkomen dat geruchten ontstaan en iemand al bij voorbaat als “schuldig‟ wordt bestempeld. De zwijgplicht is ook belangrijk om te zorgen dat een eventuele strafrechtelijke procedure niet wordt belemmerd.

    Hoe te handelen? Er zijn vele signalen die op seksueel misbruik kunnen duiden, maar het belangrijkste signaal is misschien wel: ik heb het gevoel dat er iets niet klopt. Ga bij jezelf het volgende na en probeer alleen feiten te benoemen

    • Wanneer begon de ongerustheid? Waardoor? Wat is er precies gebeurd?
    • Om welke signalen gaat het? Wanneer doen ze zich voor?
    • Zijn er geleidelijke of plotselinge gedragsveranderingen? Hoe lang is dit al aan de hand? Het kan ook zijn dat een jeugdlid je spontaan vertelt over het misbruik, een ouder zijn zorgen naar je uitspreekt, of dat je het zelf ter plekke constateert.

    DOEN

    • Zorg voor de veiligheid van de betrokkene.
    • Als je iemand op heterdaad betrapt: Laat het slachtoffer niet alleen.
    • Meld het onmiddellijk aan bestuur.
    • Als de situatie bedreigend is: bel 112 zodat de politie kan ingrijpen. 
    • Laat de situatie/ruimte/voorval zoveel mogelijk onaangeroerd in verband met eventueel sporenonderzoek. Bel de zedenpolitie (112), meld waarover het gaat en vraag om instructies.
    • Stel zo weinig mogelijk vragen. Luister en stel de betrokkene op zijn/haar gemak.
    • Schrijf alles zo letterlijk en feitelijk mogelijk op, ook de vragen die je hebt gesteld.
    • Vertel dat je verplicht bent het verhaal aan het bestuur te melden, maar dat er geen stappen buiten medeweten van het slachtoffer om worden genomen.  
    • Verwijs de persoon desgewenst naar een vertrouwenscontactpersoon.
    • Blijf beschikbaar voor de betrokkene en blijf de normale begeleiding bieden.

    LATEN

    • Handel nooit op eigen houtje!
    • Hoor het vermoedelijke slachtoffer niet uit. Het uithoren van het vermoedelijke slachtoffer en/of het spreken met contactpersonen van het vermoedelijke slachtoffer kan een eventueel juridisch traject verstoren. Het is niet aan de vrijwilliger om aan waarheidsvinding te doen! 
    • Neem bij een vermoeden nooit zelf contact op met de vermoedelijke pleger. De beste manier om het misbruik te stoppen en aan te pakken, is een objectief en een officieel onderzoek.
    • Denk aan de (voorlopige) zwijgplicht!
    • Beloof nooit geheimhouding, ook niet wanneer een slachtoffer erom vraagt!